Open Standaard: industrieel bouwen

Interview met Hajo Schilperoort

2013 Marco Pauw, Bouwen met Staal

Architect en onderzoekend ontwerper Hajo Schilperoort is bedenker van een 'open standaard', een bouwconcept dat antwoord geeft op de vraag naar flexibele en veelzijdige standaardisatie, ofwel het beste van maatwerk in massaproductie.

Het idee is oorspronkelijk ontstaan door een vraag via een particuliere uitvinder van een robot, deels gepatenteerd, en ontwikkeld voor seriematige woningbouw. Hij zoekt een geschikt ontwerp voor assemblage. De robot kan dingen oppikken, op goede posities zetten en assembleren. Een robot moet technisch een woning in elkaar kunnen zetten, mits genoeg tijd en R&D. Maar Schilperoort betwijfelt het nut van de inspanning. De woning moet slim in elkaar zitten, het industrieel bouwen volgen, 'maar je wilt ook diversiteit, want het moet geen eenheidsworst zijn, zoals de Bijlmer; daar is geen vraag naar. Dus je wilt een standaard en toch diversiteit. Als je die puzzel oplost, zit het voordeel niet in de robotoplossing. Je kunt het net zo goed met een paar man in elkaar sleutelen. Die robot is dan duur, riskant als investering en zonder economische meerwaarde'.

Schilperoort werkt behalve als architect (A-Studio in Eindhoven) ook als docent aan de TU/e, zowel bij architectuur als de groep bouwtechniek van Jos Lichtenberg ('Je zou mij een afstammeling kunnen noemen') en vindt genoeg redenen om een woning volgens industrieel bouwen met slimme assemblage verder te ontwikkelen. 'Kijk je naar waar industrieel bouwen staat, dan is het vaak een bedrijf of een samenwerkingsverband dat werkt met een gesloten systeem. Wil je industrieel bouwen op een hoger niveau brengen, dan moet je een open systeem hebben, waarin materialen en producten binnen een standaard kunnen worden gecombineerd.' Een open standaard met regels en afspraken over de systematiek biedt ruimte aan flexibiliteit en diversiteit. Diversiteit, doordat het open is en iedereen kan aanhaken. Flexibiliteit, omdat binnen de standaard tevens verschillende materialen kunnen aanhaken omdat systematiek en details gelijk zijn.

Schilperoort: 'Ik heb toen het initiatief genomen om een gezelschap van veertig bedrijven en bureaus te vormen die het idee misschien zouden willen oppakken. Clubs die initiatiefrijk zijn, innovatief of ergens in willen stappen. Daarvoor heb ik drie principes geformuleerd.' Ten eerste door de slimbouwen-indeling te volgen en het gebouw op te delen in fundering & casco, gevel & dak, en infra & inbouw. Het tweede principe bestaat er uit het gebruik van conceptuele oplossingen voor elk afzonderlijk bouwdeel. Het derde principe is de ontwikkeling van een koppeling, zodat de conceptoplossingen compatibel zijn met elkaar.

'Iedereen vond het interessant, maar ik heb de vraag denk ik te open en academisch geformuleerd, en het was nog te onduidelijk hoe dit tot financieel resultaat zou leiden.' Een groep van zo'n tien actieve bedrijven zit een jaar later weer bij elkaar waaruit een concreet voorstel rolt. Met ingenieursbureau B-invented wordt een customized prefabwoning in BIM ontworpen dat alle theorieën nauwgezet volgt, een open standaard zet de woning echter niet: het is ons eigen gesloten systeem.'

'Toen was het stil en ontsproot uit chagrijn, op het punt dat je de emails de deur uitdoet en de aftocht blaast, de oplossing voor de interface. Het originele zit 'm in de koppeling en de compatibiliteit van de delen. Ik dacht: het gaat erom alles onafhankelijk te maken van alles; dan kun je spreken van een 'open standaard'. Je moet dus ook de buren onafhankelijk maken van de buren.'

Zo maken de 'flexframes' contact in de hoeken door een standaard element als knooppunt. De afmetingen, materialen en invullingen zijn geheel vrij te bepalen. Elk frame is in zichzelf stijf, met momentvaste verbindingen. De frames kunnen uit staal, hout en/of beton zijn opgebouwd en worden op elkaar gestapeld in/op de hoeken. Het standaard knooppunt-element doet dienst als afstandshouder en isoleert tegelijkertijd geluid en warmte. De onderlinge afstand &ndash de spouw rondom elke module &ndash kan worden gebruikt voor de infra, 'hoewel ik denk dat de leidingenproblematiek over twintig jaar niet meer bestaat, maar je kunt er in ieder geval bij'. De invulling van wanden en plafonds wordt verder via IFD uitgevoerd, maar zelfs dat is vrij. De frames kunnen alzijdig worden uitgebreid, ook met halve elementen voor zaken als galerijen, loggia's, balkons.

Het standaard element is nog niet verder ontwikkeld, maar het kan 'iets zijn van geperst rubber met een harde kern', aldus Schilperoort. Uit oogpunt van een patentaanvraag leert een ruw onderzoek hem dat een patent ook hoofdpijn betekent. 'Het is niet zo interessant voor een klein bedrijf om hiermee aan de slag te gaan. Ik zoek samenwerking met bedrijven die dit met mij willen doorontwikkelen.'

Maar is er een markt? 'De potentie ligt volgens mij in booming cities in het buitenland, Sao Paolo of Lagos. Daar wordt heel veel gebouwd, snel en goedkoop. Om een Bijlmereffect te vermijden kun je in het systeem alles met alles combineren, ongeacht functie of materiaal. Het krijgt zijn pas echte waarde als je projectoverstijgend denkt en met meerdere bedrijven een standaard neerzet bij grootschalige opgaven.'

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Bouwen met Staal oktober 2013.